LET OP
Door verschillende oorzaken kan het voorkomen dat bij de kenmerken de status wel/geen monument niet correct wordt weergegeven.
Wilt u zeker weten of een pand een monument is, check dan https://www.amsterdam.nl/kunst-cultuur/monumenten/
Vendelstraat 7 1012XX Amsterdam |
|
Zaaknummer: | Z2023-C006403 |
Aanvraagnummer: | 7920507 |
Advies aan: | Stadsdeel Centrum |
COK welstand - Z2023-C006403-005 - Conceptaanvraag Wijzigen bestaand gebouw | |
Behandeld: 20-11-2024 door Commissie 1B | |
Niet akkoord Aanleiding Naar aanleiding van het vorige advies is het voorstel voor het verbouwen, renoveren en verduurzamen van het voormalig Klinisch Ziekenhuis gewijzigd. De nieuwe atriumoverkapping, verbindingsbruggen naar de bestaande vleugels en het nieuwe entreepaviljoen zijn aangepast. Voor de te herstellen fundering van de oudbouw is het plaatselijk uitdiepen van het souterrain gewijzigd. De centrale vraag is of met het aangepaste voorstel de aanwezige monumentale waarden voldoende worden gerespecteerd en of het recht doet aan de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden van dit gebouw in zijn omgeving. Inspraak Er zijn verschillende insprekers die hun zorgen uiten over de voorgestelde inrichting van de openbare ruimte en het beheer daarvan, zowel in de toekomst als in de tijdelijke situatie rond de verbouwing. Ook is er steun voor de wijzigingen van het plan en zijn er complimenten voor het door de UvA doorlopen proces. De commissie neemt kennis van alle informatie en neemt deze mee in haar afweging en advisering. Kader Welstandsnota: De Schoonheid van Amsterdam 2016 Ruimtelijk systeem: Binnenstad (1) Gebied: Stadshart (0101) Welstandsniveau: Beschermd Waardering: Orde 1, Rijksmonument Conclusie De commissie heeft veel waardering voor de gemaakte stappen. De teruggebrachte maat van het nieuwe volume en de positie van het entreepaviljoen zijn een grote verbetering. Ook de nieuwe routing door het atrium naar de Oude Manhuispoort is positief. Het funderingsherstel is noodzakelijk en houdt voldoende rekening met de aanwezige monumentale waarde. De commissie vraagt nog aandacht voor: - de alzijdigheid van het paviljoen; - de beëindiging van de rotonde; - de haalbaarheid van de aansluiting van de overkapping; - de nieuwe entree aan de Oudemanhuispoort; - de mindervalidentoegankelijkheid. Daarnaast onderschrijft de commissie de noodzaak voor een ontwerp van de openbare ruimte zowel in de eindsituatie als tijdens de werkzaamheden. Zij vraagt de UvA en de gemeente hier een integraal plan voor te maken en adviseert de bewoners hier opnieuw bij te betrekken. Onderbouwing Door de verkleining, vorm en maat van het nieuwe paviljoen sluit het beter aan op de locatie. De entree in het midden is goed voorstelbaar. Wel ontbreekt het bij het paviljoen aan alzijdigheid. De verschillende gevelvlakken hebben nog onvoldoende samenhang om het paviljoen rondom één herkenbare expressie te geven. De commissie zet vraagtekens bij de meerwaarde van de terrassen aan weerszijden van het paviljoen. Ze zijn altijd in de schaduw en markeren op de voorgestelde wijze juist de erfgrens. De locatie vraagt om een vloeiende onbebouwde ruimte waarbij de erfgrenzen niet afleesbaar zijn. Het hekwerk is hierin een verbetering, waarbij het voor een duurzame oplossing van belang is dat het goed blijft functioneren. De voorgevel van de zaal is zuid georiënteerd. De commissie vraagt zich af hoe vermeden gaat worden dat bij het toekomstig gebruik van de zaal de vensters permanent met zon- en lichtwering worden afgedekt. De commissie uit haar zorg over de aansluiting van het atriumdak op het bestaande gebouw. Het principedetail met een glasplaat op een klos in de goot is ingewikkeld en bouwkundig twijfelachtig. De plaatsing van dit dak valt of staat met een heldere, realistische aansluiting. Hetzelfde geldt voor de loopbruggen waar het dak van de brug wat ongelukkig aansluit op de bestaande gevel. Onderzocht kan worden of het dak van alleen de loopbruggen lager kan aansluiten. De loopbruggen blijken ook vluchtwegen te zijn en dit heeft impact op het toekomstige beeld. Dit zal bij de uitwerking goed in beeld gebracht moeten worden. De rotonde op het binnengebied mist een heldere beëindiging. Vanwege de gewenste stahoogte op dit bouwdeel is helemaal in de oude vorm herstellen niet mogelijk, maar het monumentale bouwdeel zal wel op een harmonieuze, evenwichtige wijze beëindigd moeten worden. Door de nieuwe routing krijgt de Oudemanhuispoort een extra impuls. Het bestaande hek in de steeg is eigenlijk de perfecte oplossing vanwege de bescheiden uitstraling in de steeg en de gelaagdheid die erdoor ontstaat. De grote, glazen tochtluis is nog niet de juiste oplossing. Het volume is te groot en te dominant aanwezig en verhoudt zich niet tot de schaal van de stad op deze locatie. De glazen wand gaat spiegelen en vraagt te veel aandacht. Bovendien ontbreekt een relatie met het ontwerp aan de andere kant van het gebouw. Aan beide zijden vraagt de commissie aandacht voor de toegankelijkheid van mindervaliden. Zeker tijdens het 'spitsuur' lijken twee heftplateaus niet genoeg. Positief is dat een landschapsontwerper betrokken is bij de opgave. Belangrijk is wel dat er één openbare ruimte ontstaat en geen afbakening vanwege eigendomsgrenzen. Gevraagd wordt gezamenlijk met de gemeente op te trekken voor een goed ontwerp, ook in de tijdelijke situatie gelet op de lange bouwperiode. De commissie verwijst voor verdere onderbouwing naar het preadvies van Monumenten & Archeologie. Dit wordt integraal overgenomen. |
COK monumenten - Z2023-C006403-006 - Conceptaanvraag Rijksmonument | |
Behandeld: 20-11-2024 door Commissie 1B | |
Niet akkoord Niet akkoord Aanleiding Naar aanleiding van het vorige advies is het voorstel voor het verbouwen, renoveren en verduurzamen van het voormalig Klinisch Ziekenhuis gewijzigd. De nieuwe atriumoverkapping, verbindingsbruggen naar de bestaande vleugels en het nieuwe entreepaviljoen zijn aangepast. Voor de te herstellen fundering van de oudbouw is het plaatselijk uitdiepen van het souterrain gewijzigd. De centrale vraag is of met het aangepaste voorstel de aanwezige monumentale waarden voldoende worden gerespecteerd en of het recht doet aan de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden van dit gebouw in zijn omgeving. Inspraak Er zijn verschillende insprekers die hun zorgen uiten over de voorgestelde inrichting van de openbare ruimte en het beheer daarvan, zowel in de toekomst als in de tijdelijke situatie rond de verbouwing. Ook is er steun voor de wijzigingen van het plan en zijn er complimenten voor het door de UvA doorlopen proces. De commissie neemt kennis van alle informatie en neemt deze mee in haar afweging en advisering. Kader Beleidskader toetsing ingrepen en/of herstel van Monumenten 2016 Monument: Rijksmonument Conclusie De commissie heeft veel waardering voor de gemaakte stappen. De teruggebrachte maat van het nieuwe volume en de positie van het entreepaviljoen zijn een grote verbetering. Ook de nieuwe routing door het atrium naar de Oude Manhuispoort is positief. Het funderingsherstel is noodzakelijk en houdt voldoende rekening met de aanwezige monumentale waarde. De commissie vraagt nog aandacht voor: - de alzijdigheid van het paviljoen; - de beëindiging van de rotonde; - de haalbaarheid van de aansluiting van de overkapping; - de nieuwe entree aan de Oudemanhuispoort; - de mindervalidentoegankelijkheid. Daarnaast onderschrijft de commissie de noodzaak voor een ontwerp van de openbare ruimte zowel in de eindsituatie als tijdens de werkzaamheden. Zij vraagt de UvA en de gemeente hier een integraal plan voor te maken en adviseert de bewoners hier opnieuw bij te betrekken. Onderbouwing Door de verkleining, vorm en maat van het nieuwe paviljoen sluit het beter aan op de locatie. De entree in het midden is goed voorstelbaar. Wel ontbreekt het bij het paviljoen aan alzijdigheid. De verschillende gevelvlakken hebben nog onvoldoende samenhang om het paviljoen rondom één herkenbare expressie te geven. De commissie zet vraagtekens bij de meerwaarde van de terrassen aan weerszijden van het paviljoen. Ze zijn altijd in de schaduw en markeren op de voorgestelde wijze juist de erfgrens. De locatie vraagt om een vloeiende onbebouwde ruimte waarbij de erfgrenzen niet afleesbaar zijn. Het hekwerk is hierin een verbetering, waarbij het voor een duurzame oplossing van belang is dat het goed blijft functioneren. De voorgevel van de zaal is zuid georiënteerd. De commissie vraagt zich af hoe vermeden gaat worden dat bij het toekomstig gebruik van de zaal de vensters permanent met zon- en lichtwering worden afgedekt. De commissie uit haar zorg over de aansluiting van het atriumdak op het bestaande gebouw. Het principedetail met een glasplaat op een klos in de goot is ingewikkeld en bouwkundig twijfelachtig. De plaatsing van dit dak valt of staat met een heldere, realistische aansluiting. Hetzelfde geldt voor de loopbruggen waar het dak van de brug wat ongelukkig aansluit op de bestaande gevel. Onderzocht kan worden of het dak van alleen de loopbruggen lager kan aansluiten. De loopbruggen blijken ook vluchtwegen te zijn en dit heeft impact op het toekomstige beeld. Dit zal bij de uitwerking goed in beeld gebracht moeten worden. De rotonde op het binnengebied mist een heldere beëindiging. Vanwege de gewenste stahoogte op dit bouwdeel is helemaal in de oude vorm herstellen niet mogelijk, maar het monumentale bouwdeel zal wel op een harmonieuze, evenwichtige wijze beëindigd moeten worden. Door de nieuwe routing krijgt de Oudemanhuispoort een extra impuls. Het bestaande hek in de steeg is eigenlijk de perfecte oplossing vanwege de bescheiden uitstraling in de steeg en de gelaagdheid die erdoor ontstaat. De grote, glazen tochtluis is nog niet de juiste oplossing. Het volume is te groot en te dominant aanwezig en verhoudt zich niet tot de schaal van de stad op deze locatie. De glazen wand gaat spiegelen en vraagt te veel aandacht. Bovendien ontbreekt een relatie met het ontwerp aan de andere kant van het gebouw. Aan beide zijden vraagt de commissie aandacht voor de toegankelijkheid van mindervaliden. Zeker tijdens het 'spitsuur' lijken twee heftplateaus niet genoeg. Positief is dat een landschapsontwerper betrokken is bij de opgave. Belangrijk is wel dat er één openbare ruimte ontstaat en geen afbakening vanwege eigendomsgrenzen. Gevraagd wordt gezamenlijk met de gemeente op te trekken voor een goed ontwerp, ook in de tijdelijke situatie gelet op de lange bouwperiode. De commissie verwijst voor verdere onderbouwing naar het preadvies van Monumenten & Archeologie. Dit wordt integraal overgenomen. |
CRK monumenten - Z2023-C006403-002 - Aanvraag vergunning Rijksmonument | |
Behandeld: 04-10-2023 door Commissie 1B | |
Niet akkoord Aanleiding Het voormalig Klinisch Ziekenhuis wordt ingrijpend verbouwd, gerenoveerd en verduurzaamd. De bestaande bebouwing op het binnenterrein wordt vervangen door een nieuwe atriumoverkapping, verbindingsbruggen naar de bestaande vleugels en een nieuw entreepaviljoen. De oudbouw wordt voorzien van een nieuwe fundering en het souterrain uitgediept. De centrale vraag is of met de ingrepen de aanwezige monumentale waarden voldoende worden gerespecteerd en recht doet aan de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden van dit gebouw in zijn omgeving. Er zijn verschillende insprekers die hun zorgen uiten over de stenige, harde uitstraling van het ontwerp van zowel het entreepaviljoen als de openbare ruimte, het (ontbreken van) groen, de grondwaterstand door het aanbrengen van een nieuwe fundering, de zichtbaarheid van de rotonde en de sociale veiligheid en het beheer van de openbare ruimte aan weerszijden van de entree. De commissie neemt kennis van alle informatie neemt deze mee in haar afweging en advisering. Kader Beleidskader toetsing ingrepen en/of herstel van Monumenten 2016 Monument: Rijksmonument Conclusie De commissie reageert op hoofdlijnen gezien de omvang van het plan en het feit dat het plan wordt voorgelegd als conceptaanvraag. Zij heeft waardering voor de ambitie en zorgvuldigheid van de planvorming, maar het geheel is te gecompartimenteerd en versnipperd en mist integraliteit. Het programma lijkt erg groot waardoor een optimale opzet en passende samenwerking tussen oud en nieuw ontbreekt. De wijze waarop de verschillende ingrepen samenkomen overtuigt niet. Dit wordt met name zichtbaar bij de ruimte tussen het monument en het paviljoen, maar ook bij de verschillende ontmoetingen binnen-buiten en de aansluitingen van de overkapping en de loopbruggen op de ondergelegen gevels, de pui en het paviljoen. De verschillende knooppunten en ontmoetingen moeten scherper en eenduidiger worden uitgewerkt. De positie van het nieuwe volume in de openbare ruimte is niet vanzelfsprekend, waardoor het atrium geen uitloper is van de openbare ruimte van het Binnengasthuisterrein. De hekken aan weerszijden tonen aan dat de hoofdopzet nog niet goed is. Derhalve adviseert de commissie in het proces een stap terug te doen en een integraal voorstel op hoofdlijnen nogmaals als conceptaanvraag voor te leggen. Voor het funderingsherstel is de commissie, net als M&A en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied nog niet overtuigd van de noodzaak. Zij vraagt met klem nader onderzoek te doen naar de staat van de fundering en op korte termijn terug te komen met een onderbouwing en plan van aanpak waarvan de inhoud is afgestemd met de ambtelijke adviseurs. Daarin kan ook de hoge zoutbelasting in de gevels als aandachtspunt worden meegenomen. De commissie onderschrijft en volgt het preadvies van M&A. Onderbouwing Het Binnengasthuisterrein is een onderdeel van de openbare ruimte van Amsterdam en is een bijzondere plek in de binnenstad voor studenten, bewoners en bezoekers. Deze beleving van buiten naar binnen en vice versa, zou ook bij het nieuwe BG5 geleidelijk moeten verlopen, zodat het geheel zich vanzelfsprekender voegt in de structuur van gebouwen en hoven. Het entreegebied voelt heel krap en mede door de niveauverschillen is het atrium geen uitloop van de openbare ruimte. De commissie vraagt zich af of de hoofdentree in het paviljoen op deze manier voldoende genereus is en voldoende doorzicht biedt op de rest van het gebouw. De entree zou moeten aansluiten op het doorwaardbare karakter van de plek. Dat er hekken nodig zijn, toont aan dat de hoofdopzet nog niet voldoende is uitgekristalliseerd. Op deze locatie is een virtuoze ruimtelijke invulling noodzakelijk. de huidige opzet is té gecompartimenteerd. Deze versnippering is vanuit het atrium gezien ook zichtbaar bij de pui onder de bruggen. De bruggen zelf ogen fors en het aanzicht loopt te veel dicht. Dat de bestaande gevelopeningen in de historische gevels worden hergebruikt is positief, maar de aansluitingen van de bruggen op het monument ogen niet logisch. Onduidelijk is of de loopbruggen onderdeel zijn van het paviljoen, van de pui of van het dak. Het nieuwe atriumdak is fors en visueel erg aanwezig, maar tegelijk is met de hoge constructie ventilatie, geluid en dergelijk opgelost. Aangezien het nieuwe dak niet afdraagt op het monument, is meer afstand tot de monumentale gevel mogelijk. De geornamenteerde gootklossen blijven dan veel beter zichtbaar. Of er voldoende ruimte boven de ‘rotonda’ vrij blijft is niet voldoende aangetoond. De keuze van een terrazzovloer voor het atrium is begrijpelijk als verwijzing naar het oorspronkelijke gebruik van het monument maar heeft te veel een interieurkarakter voor de ruimte in het atrium. De commissie is positief over het restauratieconcept voor de bestaande monumentale vleugels. Het herstellen van de littekens in de gevels en herstel van de dakvlakken zorgt voor eenheid. Dit hoofdconcept is zorgvuldig ingezet en kan verder uitgewerkt worden. Het gebruik van een dampopen, biobased en capillair isolatieprincipe oogt veelbelovend en wordt ondersteund. Bij een verdere uitwerking is van belang dat ook de installaties en de aanpak van het interieur van het monument verder inzichtelijk worden gemaakt. De commissie is benieuwd op welke manier de inbouw van nieuwe lokalen aansluit op de historische structuur van de oude ziekenzalen en of het mogelijk is meer van de oude structuur zichtbaar te maken dan nu het geval is. De commissie verwijst voor de nadere onderbouwing naar het preadvies van M&A. |
CRK welstand - Z2023-C006403-001 - Conceptaanvraag Wijzigen bestaand gebouw | |
Behandeld: 04-10-2023 door Commissie 1B | |
Niet akkoord Aanleiding Het voormalig Klinisch Ziekenhuis wordt ingrijpend verbouwd, gerenoveerd en verduurzaamd. De bestaande bebouwing op het binnenterrein wordt vervangen door een nieuwe atriumoverkapping, verbindingsbruggen naar de bestaande vleugels en een nieuw entreepaviljoen. De centrale vraag is of de nieuwe ingrepen voldoende kwaliteit hebben en een positieve bijdrage leveren aan de ruimtelijke kwaliteit van dit binnenstedelijk gebied. Er zijn verschillende insprekers die hun zorgen uiten over de stenige, harde uitstraling van het ontwerp van zowel het entreepaviljoen als de openbare ruimte, het (ontbreken van) groen, de grondwaterstand door het aanbrengen van een nieuwe fundering, de zichtbaarheid van de rotonde en de sociale veiligheid en het beheer van de openbare ruimte aan weerszijden van de entree. De commissie neemt kennis van alle informatie neemt deze mee in haar afweging en advisering. Kader Welstandsnota: De Schoonheid van Amsterdam 2016 Ruimtelijk systeem: Binnenstad (1) Gebied: Stadshart (0101) Welstandsniveau: Beschermd Waardering: Orde 1, rijksmonument Conclusie De commissie reageert op hoofdlijnen gezien de omvang van het plan en het feit dat het plan wordt voorgelegd als conceptaanvraag. Zij heeft waardering voor de ambitie en zorgvuldigheid van de planvorming, maar het geheel is te gecompartimenteerd en versnipperd en mist integraliteit. Het programma lijkt erg groot waardoor een optimale opzet en passende samenwerking tussen oud en nieuw ontbreekt. De wijze waarop de verschillende ingrepen samenkomen overtuigt niet. Dit wordt met name zichtbaar bij de ruimte tussen het monument en het paviljoen, maar ook bij de verschillende ontmoetingen binnen-buiten en de aansluitingen van de overkapping en de loopbruggen op de ondergelegen gevels, de pui en het paviljoen. De verschillende knooppunten en ontmoetingen moeten scherper en eenduidiger worden uitgewerkt. De positie van het nieuwe volume in de openbare ruimte is niet vanzelfsprekend, waardoor het atrium geen uitloper is van de openbare ruimte van het Binnengasthuisterrein. De hekken aan weerszijden tonen aan dat de hoofdopzet nog niet goed is. Derhalve adviseert de commissie in het proces een stap terug te doen en een integraal voorstel op hoofdlijnen nogmaals als conceptaanvraag voor te leggen. Onderbouwing Het Binnengasthuisterrein is een onderdeel van de openbare ruimte van Amsterdam en is een bijzondere plek in de binnenstad voor studenten, bewoners en bezoekers. Deze beleving van buiten naar binnen en vice versa, zou ook bij het nieuwe BG5 geleidelijk moeten verlopen, zodat het geheel zich vanzelfsprekender voegt in de structuur van gebouwen en hoven. Het entreegebied voelt heel krap en mede door de niveauverschillen is het atrium geen uitloop van de openbare ruimte. De commissie vraagt zich af of de hoofdentree in het paviljoen op deze manier voldoende genereus is en voldoende doorzicht biedt op de rest van het gebouw. De entree zou moeten aansluiten op het doorwaardbare karakter van de plek. Dat er hekken nodig zijn, toont aan dat de hoofdopzet nog niet voldoende is uitgekristalliseerd. Op deze locatie is een virtuoze ruimtelijke invulling noodzakelijk. de huidige opzet is té gecompartimenteerd. Deze versnippering is vanuit het atrium gezien ook zichtbaar bij de pui onder de bruggen. De bruggen zelf ogen fors en het aanzicht loopt te veel dicht. Dat de bestaande gevelopeningen in de historische gevels worden hergebruikt is positief, maar de aansluitingen van de bruggen op het monument ogen niet logisch. Onduidelijk is of de loopbruggen onderdeel zijn van het paviljoen, van de pui of van het dak. Het nieuwe atriumdak is fors en visueel erg aanwezig, maar tegelijk is met de hoge constructie ventilatie, geluid en dergelijk opgelost. Aangezien het nieuwe dak niet afdraagt op het monument, is meer afstand tot de monumentale gevel mogelijk. De geornamenteerde gootklossen blijven dan veel beter zichtbaar. Of er voldoende ruimte boven de ‘rotonda’ vrij blijft is niet voldoende aangetoond. De keuze van een terrazzovloer voor het atrium is begrijpelijk als verwijzing naar het oorspronkelijke gebruik van het monument maar heeft te veel een interieurkarakter voor de ruimte in het atrium. De commissie is positief over het restauratieconcept voor de bestaande monumentale vleugels. Het herstellen van de littekens in de gevels en herstel van de dakvlakken zorgt voor eenheid. Dit hoofdconcept is zorgvuldig ingezet en kan verder uitgewerkt worden. Het gebruik van een dampopen, biobased en capillair isolatieprincipe oogt veelbelovend en wordt ondersteund. Bij een verdere uitwerking is van belang dat ook de installaties en de aanpak van het interieur van het monument verder inzichtelijk worden gemaakt. Ten aanzien van het dak van het atrium constateert de commissie dat vol wordt ingezet op de opwekking van stroom door middel van pv-panelen. Dat is begrijpelijk maar leidt opnieuw tot het toevoegen van een geheel in steen, glas en staal uitgevoerd vlak. Het ligt voor de hand meer in de geest van het masterplan een combinatie te maken van een groen dak en pv-panelen waardoor ook de biodiversiteit en waterretentie worden bediend. |
Door verschillende oorzaken kan het voorkomen dat bij de kenmerken de status wel/geen monument niet correct wordt weergegeven.
Wilt u zeker weten of een pand een monument is, check dan https://www.amsterdam.nl/kunst-cultuur/monumenten/