Gemeente Amsterdam

Commissie Omgevingskwaliteit De Schoonheid van Amsterdam

Welstandsgegevens voor dit adres


Ferdinand Bolstraat hk Albert Cuypstraat en hk Ceintuurbaan

 
Zaaknummer: CWM-2014-002499
Aanvraagnummer: OLO
Advies aan: DMB
 
advies CWM welstand - CWM-2014-002499-003 - Conceptaanvraag - Nieuwbouw
Behandeld: 10-12-2014 door CWM Commissie II B

Bezwaar
Aanwezigen
De heer Benthem en mevrouw Blechen (Bethem Crouwel architecten), de heer Oostmeijer (opdrachtgever) en de heer Op den Kelder (Dienst Metro)

Plantoelichting
Naar aanleiding van het advies van 11 augustus jl. zijn een aantal ontwerpkeuzes gemaakt. Het Stedenbouwkundig Programma van eisen vraagt om een ontwerp voor de metrotoegang en bovenbouw als één gebouw. Enerzijds moet daarbij rekening gehouden worden met de bestaande stedenbouwkundige karakteristieken en anderzijds moet het metrogebouw een herkenbare plaats krijgen in het stedelijk weefsel met het oog op signaalwaarde en transparantie.
Beide locaties maken deel uit van de laat 19de-eeuwse bouwblokken van De Pijp. Bij het ontwerp voor de bovenbouw is in ritmiek en verhoudingen van gevelopeningen en gesloten vlakken rekening gehouden met de karakteristieken in zowel horizontale als verticale ritmiek. De hoekramen refereren op een hedendaagse wijze aan de verbijzonderingen op de hoeken van panden in de 19de-eeuwse context zoals afgeschuinde vlakken met ramen, erkers of balkons. De toegangen naar de appartementen en de commerciële ruimtes zijn onderdeel van de stedelijke plint. De entree is transparant vormgegeven en wordt een verlengde van de aansluitende winkelplint. Met de glazen puien, de natuurstenen penanten en de dagkanten wordt aangesloten bij de materialisatie van het metrostation (zoals dat ook elders bij toegangen voor de Noord-Zuidlijn steeds terugkomt) en de belendingen. De bovenliggende lagen sluiten in materialisering en kleurstelling aan op het aangrenzende bouwblok.
De bovenste bouwlaag is, zoals als uitgangspunt in de bouwenvelop gesteld, verbijzonderd om een betere aansluiting met de belending te bewerkstelligen. Deze kapverdieping is echter ook onderdeel van het monoliete bouwblok en wordt in hetzelfde materiaal doorgezet. Naar aanleiding van de opmerking van de commissie over de schaal van de openingen in deze verdieping zijn diverse verhoudingen bestudeerd, maar is vanuit het ontwerp en de woonfunctie gekozen voor het behoud van de forse openingen. In gevelfragmenten is de principe detaillering uitgewerkt. In de lijn van het ontwerp is gekozen voor een abstracte benadering voor de uitwerking. Er is wel onderzoek gedaan naar een verfijningsslag, dit leverde echter geen bevredigend beeld.

Beoordeling
Hoewel de commissie de gehanteerde ontwerpthema¿s helder vindt, constateert zij dat de optelling van de ontwerpmiddelen leidt tot een te abstracte interpretatie van de context. De nieuwe gebouwen sluiten onvoldoende aan bij de criteria voor de 19de-eeuwse Ring. Op de gevraagde verfijning en verrijking waar in meerdere adviezen om is gevraagd, wordt onvoldoende ingegaan.

advies CWM welstand - CWM-2014-002499-002 - Conceptaanvraag - Nieuwbouw
Behandeld: 11-08-2014 door CWM Commissie II B



advies CWM welstand - CWM-2014-002499-001 - Voorinformatie - Woningen
Behandeld: 19-02-2014 door CWM Commissie II B

Bezwaar
Aanwezigen
Mevrouw Blechen (Benthem en Crouwel architecten), de heer Oostmeijer (opdrachtgever), de heer Kapteijn (Dienst Metro), de heer Lebbink (stadsdeel Zuid)

Plantoelichting
Sinds de vorige plan behandeling is er afstemming geweest met onder andere DRO en BMA over het volume en de bouwhoogte van de twee woongebouwen boven de metrotoegangen van de Noord-Zuidlijn in De Pijp. Dit is samen met de opmerkingen van de commissie verwerkt in een gewijzigde opzet. Een uitgebreide analyse van de ritmiek van de oorspronkelijke gebouwen op deze locatie en van de omgeving hebben geleid tot een smaller volume op de hoek en een parcellering en verticale ritmiek van gevelopeningen die aansluiting zoeken bij de context. Kenmerkend voor de 19de-eeuwse architectuur is onder andere de toepassing van een hoekaccent. Dit is in het ontwerp vertaald in een smalle verglaasde, overhoekse erker over alle verdiepingen. In de toren komt op beide locaties een appartement over twee verdiepingen. Dit komt in de gevels tot uitdrukking door de gevelopeningen over twee bouwlagen, met daarachter een vide in het appartement.
Voor de materialisering wordt gezocht naar reliëf in de gevel, dat bereikt kan worden met baksteen of keramische materialen. Verschillende referenties van gebouwen en materialen worden getoond.

Beoordeling
De commissie heeft kennis genomen van de ruimtelijke onderbouwing die is opgesteld.
De keuze om in volume en ritmiek te refereren aan de baksteenarchitectuur van de belendingen en de 19de-eeuwse context wordt ondersteund. Er is echter niet ingegaan op het advies van de commissie om de gebouwen niet geheel identiek, maar familie van elkaar te maken, daarbij reagerend op de verschillen in stedenbouwkundige situatie. De plint van de gebouwen en de massa van de woongebouwen, als onderdeel van het metronetwerk, is al zeer markant en onderscheidend. Het nog verder versterken van dit onderscheid met de omgeving met architectonische middelen als afwijkende gevelopeningen en de erker op de hoek, maakt het contrast met de omgeving te groot. De erker wordt nu bovendien geheel in glas getoond. In werkelijkheid zullen vloerranden en verschillen in gebruik het beeld versnipperen. De commissie is dan ook niet overtuigd van dit middel en adviseert om met name op de hoeken meer rust in het gevelbeeld te brengen.
Tot slot merkt de commissie op dat de getoonde referenties en materialen een hoge mate van abstractie hebben en daarmee niet aansluiten op de context. Zoals in het advies van 19 juni 2013 al is aangegeven dient het ontwerp niet alleen in ritmiek, maar ook in uitwerking en materialisering aansluiting te zoeken op de context.

Adres

Ferdinand Bolstraat hk Albert Cuypstraat en hk Ceintuurbaan

Criteria zoeken

Adviezen zoeken